Alles voor het vloeibare goud
We laten de tuin met bloemen over het algemeen gewoon zijn gang gaan. Hoe meer wilde bloemen er groeien, hoe beter het is voor de bijen. Bijen zijn een belangrijke schakel in onze voedselproductie en zijn de leverancier van honing.
Een bevriende imker heeft meer dan 70 bijenvolken waar hij vrijwel dagelijks mee bezig is. De verkoop van honing is een groot gedeelte van zijn inkomen. Hij vertelde dat de bijen het zwaar hebben omdat er in de afgelopen jaren te weinig regen is gevallen. Minder regen betekent minder bloemen, minder nectar voor de bijen en minder honing om te verkopen. We kopen graag de honing bij hem. Het is de heerlijkste honing! Donkerder, dikker en veel smakelijker dan alles wat we ooit proefden.
Dit winterseizoen hadden we veel meer regen, maar de vriend vertelde dat deze regen grotendeels te laat is om dit jaar nog een redelijke honingoogst te kunnen verwachten. Er is nog wel honing te koop in de supermarkt, maar of dat échte honing is, valt te betwijfelen.
Dan maar een poosje geen honing en duimen dat de volkeren dit jaar nog voldoende bloemen vinden om in ieder geval een kleine hoeveelheid honing te leveren voor de verkoop.
Ondertussen trekken wij alleen het uitgebloeide uit de tuin, verzamelen de zaden en strooien die weer uit op kale stukjes grond, bermen en op de lager gelegen terrassen die braak liggen. Met één van die wilde bloemen hebben we een haat-liefde verhouding: de Bidens Pilosa. De Bidens Pilosa wordt ook weleens tandzaad, boerenvriend of duivelsnaald genoemd. En die laatste naam vind ik wel toepasselijk - al noemen wij de planten vaak "stekelvarkentjes".....
Oooooo wat een rotspul! Maar ik kan me voorstellen dat je het al drachtplant niet helemaal wil uitroeien. Wij hebben hier heel veel geel nagelkruid, dat vormt bolletjes met weerhaakjes, en die bolletjes blijven dan wel intact. Daar moet ik dus ook niet met iets wolligs aan doorheen lopen aan het einde van de zomer....
BeantwoordenVerwijderen