We gaan naar de overkant
Zoals ik al eerder schreef, is het aanbod op het eiland beperkt. Daarom plannen we ongeveer eens in het jaar een dagje 'naar de overkant'. Door ons wordt de overkant weleens gekscherend "de grote boze buitenwereld" genoemd omdat daar snelwegen zijn, en héél veel winkels, bedrijventerreinen en alle daarbij behorende drukte van auto's en mensen. En dat zijn we inmiddels niet meer gewend. Terwijl ik het schrijf, klinkt het bijna een beetje wereldvreemd 😉
Vanuit ons terras kunnen we het eiland duidelijk zien liggen, als de schemer invalt twinkelen kleine lichtjes van de dorpen ver weg en steken de hoge pieken van de bergen strak tegen de hemel af.
Er staat weer een dagje naar de overkant in de planning. Op de koelkast hangt eigenlijk het hele jaar een papiertje waarop ik de dingen schrijf, die bij ons niet te koop zijn. Veel is hier in de basis te koop maar wil ik een bepaalde soort verf, een ander merk aquarelpapier of goede schoenen (om maar wat te noemen), dan moet ik dat online bestellen of naar de overkant. Want sommige dingen wil je gewoon voelen, zien of passen voordat je het koopt.
Op het papiertje op de koelkast schrijf ik alles al een beetje per winkel op en maakt E, de heer des huizes, een planning. Afhankelijk van de hoeveelheid winkels en de afvaarten van de ferry's is die planning heel strak, of kunnen we het wat relaxter aan doen. Over het algemeen hebben we ongeveer 4-5 uur de tijd als we van de ferry af rijden. En vanaf dat moment start de klok. Want een ferry missen betekent vaak uren wachten of in het ergste geval een overnachting in "de grote boze buitenwereld"...
Deze keer staan er maar drie winkels op de planning. Eerst rijden we naar een enorme bouwmarkt. Het is een feestje om daar rond te lopen. Er zijn zoveel mooie designs, zoveel verschillende handgrepen, toiletten, wastafels, zaagmachines, vloertegels..... En overal zijn leuke sfeerhoekjes gemaakt. Elke keer kijk ik mijn ogen uit! Bij onze lokale bouwmarkt is het standaard "dit, misschien iets uit een voorgaand jaar en anders hebben we het niet"... 😉
Daarna rijden we naar de supermarkt met de grote L en werken daar het lijstje af. Ze hebben niet alles maar er is nog een ander filiaal in de buurt van de laatste winkel waar we moeten zijn. Dus rijden we daar met een vaartje naartoe. Nou ja, vaartje... We belanden in een file die ons meer dan een uur kost! Bij de laatste winkel die op onze planning stond, staat de bestelling al klaar: een kwestie van naar binnen lopen, papieren overhandigen en wachten op de dozen. In een mum van tijd staan we weer buiten.
Alles was "moest" is gedaan. Ondanks dat we een uur in de file hebben gestaan, hebben we nog tijd. We rijden naar de haven en parkeren de auto alvast bij de terminal. We lopen nog een rondje door het naastgelegen (en heel toeristische stukje) van het eiland. Luidruchtige Engelsen met roodverbrande ledematen aan het bier, obers die je naar binnen willen praten bij elk eettentje wat we voorbij lopen en scootmobielen voor twee personen, die ons links en rechts voorbij zoeven. We weten meteen weer waarom we zo graag aan de andere kant van het water wonen....
Oh, 't klinkt allemaal nostalgisch... te mooi om waar te zijn. Een droomeiland... Erg leuk om te lezen hoe jullie leven!
BeantwoordenVerwijderenEen beetje nostalgisch klopt wel, Elizabeth, in sommige dingen is het hier nog een beetje ouderwets. En daar houden we van. Te mooi om waar te zijn? 🤔 Er zijn ook dingen die (misschien door dat "ouderwetse") juist heel frustrerend zijn, hoor!
BeantwoordenVerwijderen